Natuurlijke Systemen
In een menselijk ecosysteem gaan we er in de basis vanuit dat mensen constant in een natuurlijke onderlinge wisselwerking van elkaar staan en (inter-) afhankelijk zijn om te kunnen (over)leven en dat deze natuurlijkheid de (vaak onbewuste) basis vormt van de manier van werken van organisaties. Dit in tegenstelling tot de mechanische visie, waarin mensen een onderdeel van deze structuren en processen.
Mechanische Visie
- Reductie van complexiteit: de organisatie wordt gezien als een machine, bestaande uit duidelijk gedefinieerde onderdelen die samenwerken volgens vooraf bepaalde regels. Het doel is om complexiteit te verminderen door de organisatie op te splitsen in discrete, beheersbare elementen.
- Lineaire oorzaak-en-gevolgrelaties: De relatie tussen oorzaken en gevolgen wordt gezien als lineair en voorspelbaar. Problemen worden benaderd met het idee dat als een bepaalde input wordt gewijzigd, de output ook op voorspelbare wijze zal veranderen.
- Centrale controle en hiërarchie: Mechanische systemen vereisen vaak centrale controle en strikte hiërarchie. Besluitvorming en verantwoordelijkheden zijn duidelijk gedefinieerd, vergelijkbaar met hoe een machine wordt bediend.
- Efficiëntie en optimalisatie: Het doel is vaak gericht op efficiëntie en optimalisatie van processen. Verbeteringen worden gemaakt door specifieke onderdelen te optimaliseren zonder de interacties tussen de onderdelen te overwegen.
Natuurlijke Visie
- Complexiteit en samenhang: In het levende systeem-perspectief wordt een organisatie gezien als een levend organisme, waarin complexiteit en onderlinge afhankelijkheden worden gewaardeerd. De nadruk ligt op het begrijpen van het geheel en de interacties tussen de verschillende elementen.
- Niet-lineaire dynamiek: Levende systemen worden gekenmerkt door niet-lineaire dynamiek. Veranderingen in een deel van het systeem kunnen onvoorspelbare effecten hebben op andere delen, wat resulteert in niet-lineaire oorzaak-en-gevolgrelaties.
- Zelforganisatie: In levende systemen is er vaak een nadruk op zelforganisatie, waarin individuen en teams de vrijheid hebben om beslissingen te nemen en zich aan te passen aan veranderende omstandigheden zonder constante externe controle.
- Adaptiviteit en leren: Levende systemen zijn adaptief en leren voortdurend van hun omgeving. Ze passen zich aan veranderingen aan, nemen feedback op en evolueren in reactie op nieuwe omstandigheden.